Nieuws
Promoveren blijft een baan
Studenten die willen promoveren hoeven niet meer bang te zijn dat ze tijdens hun vierjarige promotie collegegeld moeten betalen en van een beurs moeten leven. Promoveren blijft namelijk vooralsnog betaald.
Sebastiaan van Loosbroek
donderdag 24 januari 2013

Dat blijkt uit de reactie van minister van Hoger Onderwijs Jet Bussemaker op het advies van de Raad van State. De Raad, het hoogste adviesorgaan van de regering, adviseerde het kabinet vorige week om de invoering van de promotiestudent te heroverwegen. De aangevoerde argumenten brachten Bussemaker ertoe voorlopig af te zien van de ‘promotiestudent’.

In de huidige situatie zijn promovendi werknemers van de universiteit die betaald krijgen en vaak les geven aan bachelorstudenten. Een promotiestudent krijgt echter niet betaald, maar ontvangt een beurs. Daarnaast moet hij onderzoek verrichten en onderwijs volgen, maar zonder zelf college te geven. De invoering van de promotiestudent zou voor universiteiten betekenen dat ze goedkoper het aantal promoties kunnen verhogen, omdat zij dan geen sociale premies en wachtgelden hoeven te betalen.

Volgens de Raad schuilt hierin het risico dat universiteiten op grote schaal werknemers-promovendi gaan vervangen door promotiestudenten. Promoveren in Nederland wordt dan minder aantrekkelijk, wat buitenlandse studenten kan weerhouden hierheen te komen.

Vooral voor de exacte wetenschappen zou dit nadelig zijn, omdat een groot deel van die promovendi uit het buitenland afkomstig is. De Raad verwacht verder dat studenten in fiscaal recht en economie eerder zullen kiezen voor een carrière in het bedrijfsleven.

Bovendien bouwen promotiestudenten geen pensioen op en doen ze niet de relevante ervaring op als docent. De Raad denkt dat er zo een ongelijke verhouding zal ontstaan tussen promotiestudenten en werknemer-promovendi.

Hoewel het kabinet nu heeft besloten van het plan af te zien, laat Bussemaker in haar reactie weten wel op beperkte schaal te willen experimenteren met promotiestudenten. Dat moet uitwijzen of de door de Raad aangestipte risico’s zich daadwerkelijk zullen voordoen.

Voorzitter van Promovendi Netwerk Nederland Patrick Tuijp is ‘blij dat de minister het advies van de Raad van State ter harte heeft genomen. Wij brengen de argumenten van de Raad al jaren naar voren, maar het is goed dat er nu over wordt nagedacht.’