Columns & opinie
527: 'Er is altijd corruptie'
Bestuurskundige Toon Kerkhoff stelt in zijn proefschrift dat ideeën over wat goed bestuur is, constant veranderen en contextueel bepaald zijn. Dat heeft ook gevolgen voor het heden.
donderdag 17 januari 2013

Uw onderzoek richt zich op denken over goed en slecht bestuur in Nederland tussen 1748 en 1813. Wat veranderde er in die periode?

‘Veel. Publiek gedrag wat omstreeks 1750 geaccepteerd werd, was dat rond 1813 vaak zelden meer. Bijvoorbeeld: rond 1750 was het nog volstrekt normaal dat bestuurders de private met de publieke sfeer vermengden. Een regent schoof baantjes toe naar vrienden en kennissen. Nepotisme was de norm en werd niet als corruptie gezien. Later veranderde dat.’

Hoe komt dat?

‘De samenleving politiseerde steeds meer. Er verschenen bijvoorbeeld talloze tijdschriften en pamfletten waarin misstanden aan de kaak werden gesteld. Er ontstond ook een grotere publieke sfeer. Het bestuur centraliseerde, werd meer landelijk. Er kwamen ook meer regels en procedures. Je ziet bureaucratisering ontstaan. Bestuurders kregen bijvoorbeeld een salaris en vaste werktijden en moesten vaker verantwoording afleggen.’

Is er nu nog sprake van corruptie in Nederland?

‘Ja. Je hoort wel eens beweringen dat we al een ultieme situatie hebben bereikt, maar die gedachten waren er in 1750 en 1800 waarschijnlijk ook. Het is in Nederland niet zo dat als een senator vertrekt uit de Eerste Kamer dat er een briefje op de stoel komt te hangen met de tekst: "Wie biedt?" In de hoogste echelons is het bestuur dus redelijk transparant geworden. Maar ik ben er van overtuigd dat er in allerlei bestuurslagen en commissies toch nog allerhande zaken onderling worden geregeld.

‘Ook de crisis heeft er voor gezorgd dat gedrag waar vijf jaar geleden nooit over gesproken werd, nu massaal als immoreel wordt beschouwd. Er was in 2009 ophef over Wouter Bos die 113 euro declareerde nadat op een dienstreis zijn zonnebril was gestolen. Tot voor kort kraaide geen haan naar dit soort dingen. Nu was het een voorbeeld van de graaicultuur onder bestuurders. Er is corruptie in alle tijden, maar wat men hieronder verstaat, verandert wel.

Wat vindt u van de mondiale corruptielijsten die jaarlijks verschijnen?

‘Die zeggen vrij weinig. Neem de corruption perceptions index van de ngo Transparancy International. Dat is een feelgood lijstje die een oppervlakkig beeld bevestigt dat veel mensen van corruptie hebben. ‘De Nederlandse lezer kijkt vaak met voldoening naar de plaats van zijn eigen land in de top tien. En onderaan de lijst komt hij dan vanzelf de bekende verdachte landen tegen.

‘Er wordt door de opstellers gevraagd naar de perceptie van corruptie. Er is geen objectieve maatstaf en dat kan ook niet. Somalië is, bijvoorbeeld, gewoon heel anders georganiseerd en kent een andere en eigen bestuurscultuur. Dus ligt het voor de hand dat daar ook andere vormen van corruptie zijn.

Er zijn landen waar ambtenaren geen of weinig salaris krijgen. Is zo’n ambtenaar dan corrupt als hij geld vraagt voor publieke dienstverlening? Ondanks de nadelen baseren instanties als de EU, het IMF en de Wereldbank toch beleid op zo’n lijst. Je moet oppassen met het willen opleggen van veelal westerse ideeën over wat goed of slecht bestuur is aan landen als Nigeria of Afghanistan.’

VB