Studentenleven
Column: Mantelpakjes
woensdag 10 oktober 2012

De studies zijn nu een paar weken bezig en beetje bij beetje beginnen we ons echte studenten te voelen. ‘s Ochtends kunnen we heerlijk gratis met het openbaar vervoer reizen, en voelen we de jaloerse priemende blikken van andere treinreizigers. We wonen hoorcolleges en werkcolleges bij, en het studentenleven zelf is in volle gang. Ook de eerste excursies worden georganiseerd door de studieverenigingen.

Zo ook bij bestuurskunde, daar stond een excursie naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het programma. Dertig studenten hadden het geluk om mee te gaan. Niet lang daarna landde er een verontrustend bericht in onze mail. Het betrof de dresscode van de excursie. Die was formeel, er moest gedacht worden aan een mantelpakje voor de dames, en een net pak voor de heren.

Meteen ontstond er een lichte paniek onder de vrouwelijke studenten. Bijna niemand had een mantelpakje op voorraad. Een paar dagen lang was het een hot nieuwsitem in de collegezalen. Sommigen waren ijverig, en schaften er meteen eentje aan. Anderen hadden minder haast, en stelden een formele outfit samen aan de hand van hun eigen kleding.

Op de dag van de excursie verschenen diverse opgetogen studenten ‘s ochtends in hun beste kleren op het hoorcollege. Jongens in (net niet) goed zittende pakken trokken hun stropdassen recht, en wreven over de neuzen van hun schoenen. Ja, ze waren erg tevreden met zichzelf, en hun nette pak. Ook de meiden hadden zich uitgesloofd; nette colberts, mooie panty’s en hoge hakken. Alles om het ministerie straks te kunnen imponeren: haren werden geborsteld, lipgloss bijgewerkt. Ja, ook wij waren erg tevreden met onszelf, en onze ‘mantelpakjes’.

's Middags in de trein zuchtten mede-reizigers geërgerd wanneer ze ons probeerden te passeren, en wij, de zelfgenoegzame studentjes peinsden er op onze beurt niet over om aan de kant te gaan voor de gewone Leidse burger.

Op weg naar het ministerie passeerden we vele zakenmannen druk bellend met lederen aktetassen aan hun hand en zakenvrouwen op klakkende hakken en dure jassen. Wij begonnen ons stiekem stukje bij beetje belangrijk te voelen. Zo zouden wij er over tien jaar ook bijlopen.

Eenmaal binnen werden we meegenomen naar een grote vergaderzaal en kregen thee en cake. Drie medewerkers kwamen de zaal binnen om ons meer te vertellen over het reilen en zeilen van het ministerie. De een droeg een spijkerbroek, en de ander had een lekker zittend vest aan gedaan.

Een ambtenaar begon haar verhaal: ‘Wat leuk dat jullie allemaal gekomen zijn om naar ons te luisteren, maar goh, we voelen ons een beetje underdressed vergeleken bij jullie!’

De ander vervolgde: ‘Ja, wat hadden jullie verwacht? Dat de minister voor jullie zou komen?’

Daar zaten we dan: met beide benen op de grond.