Nieuws
Eerlijkheid met de paplepel erin
Er zijn genoeg regels om wetenschappelijke misstanden te voorkomen, aldus de Commissie-Schuyt. Ze moeten wel steviger verankerd worden in de praktijk.
woensdag 26 september 2012

De fraude-affaire rond de Tilburgse psycholoog Diederik Stapel heeft de Nederlandse wetenschap flink laten schrikken. Juist in een vakgebied dat om waarheidsvinding draait, ligt verdraaiing of fantasie extra gevoelig. De Koninklijke Nederlandse Akademie der Wetenschappen, de 'stem van de wetenschap' in Nederland, zette daarom een commissie aan het werk. Voorzitter was de voormalig Leidse hoogleraar sociologie Kees Schuyt.

Allereerst is onduidelijk is hoeveel wetenschapsfraude er nou echt plaats vindt in Nederland. Was Stapel het topje van de ijsberg of een zeldzame uitzondering? De commissie geeft wetenschapsorganisaties als de VSNU en de KNAW 'ernstig in overweging' om dat te laten onderzoeken.

Zolang de omvang onduidelijk is, zijn volgens Schuyt en co geen extra regels of toezichthoudende instanties nodig om wetenschapsfraude tegen te gaan. 'Belangrijker is de vraag hoe de regels in de praktijk van het onderzoek in het bewustzijn van alle onderzoekers leven en worden nageleefd.' De regels moeten er grondiger ingestampt, de verleidingen moeten kleiner en de kans op ontdekking groter. Een van de dingen die daarvoor moet zorgen is het zoveel mogelijk openbaar maken van onderzoeksdata.

Universiteiten moeten wetenschappelijke integriteit er 'met de paplepel ingieten', stelt de commissie. In bibliotheekcursussen moeten onderzoekers-in-spé leren over plagiaat.

Bij hun bacheloronderzoek over eerlijk data verzamelen, en in statistiekvakken over hoe je wel en niet met cijfers mag goochelen. Bij onderzoeksmasters zou ook wet- en regelgeving aan bod moeten komen.BB