Studentenleven
We worden vast heel hecht
In vergelijking met een Fries dorpje is Leiden haast een metropool, naast het centrum van Budapest is het een gehucht. Iedere eerstejaarsstudent komt hier met andere verwachtingen en verzamelt andere indrukken. Mare volgt drie nieuwkomers tijdens hun eerste jaar aan de universiteit.
Marleen van Wesel
woensdag 5 september 2012
© Taco van der Eb

‘Mijn huisgenoot heb ik nog nauwelijks gezien’

Muriel Mulder (21)

Studie: Japanstudies

Uit: St.-Annaparochie, Friesland

‘’s Nachts lig ik soms wakker van alle geluiden op straat’, vertelt Muriel Mulder (21), eerstejaarsstudent Japans. Zij ervaart Leiden juist wél als een flinke, bruisende stad, in vergelijking met het Friese dorpje waar ze vandaan komt. ‘Geweldig dat alles zo dichtbij is en dat de openingstijden zo ruim zijn.’ Terug naar Friesland na afloop van haar studie wil ze nu al niet meer. ‘De laatste drieënhalf jaar woonde ik samen met mijn vriend. Hij woont er nu nog steeds, dus het is wel raar om elkaar ineens zo weinig te zien. Steden trekken hem totaal niet en bovendien heeft hij daar een goede baan. Met een studie Japans kom ik straks in Friesland nooit aan werk, dus waar we uiteindelijk gaan wonen is nu al een aardig discussiepunt.’Vooralsnog zit ze veel alleen, in een statig oud huis vlakbij het Leidse centrum. ‘Mijn huisgenote en ik zijn hier nogal om de beurt. We zijn één keer samen naar de IKEA geweest en gisteravond hebben we voor het eerst een avond op de bank gehangen. Dat was heel gezellig.’ Met een hbo-propedeusediploma, waarvoor ze twee jaar heeft gestudeerd, is ze toegelaten op de Universiteit Leiden. ‘Ik miste na een jaar slechts drie studiepunten. De langstudeerdersboete kom ik dus nog wel tegen, als die er over twee jaar tenminste nog is.’ Op het eerste college, aanstaande donderdag, verwacht ze een overweldigende berg aan informatie te krijgen. ‘Maar ik heb er onwijs veel zin in. Mijn propedeuse en mijn bachelor hoop ik dan ook binnen de minimale tijd binnen te hebben.’ Met actief worden bij Studentenvereniging voor Internationale Betrekkingen (SIB), waarvan ze in de El Cid lid is geworden, en bij de studievereniging, wacht ze dus nog even. ‘Wel overweeg ik nog lid te worden van Duivelsei. Ik houd enorm van spelletjes namelijk.’

‘Ik slaap al nachten op de vloer’

Marton Tompos (24)

Studie: Asian Studies (Politics, society and economy)

Uit: Budapest

‘Thuis heb ik het ziek chill’

Ik kon, als internationale student, vijfhonderd euro overmaken naar de Universiteit Leiden, voor alleen de káns op een woning. Dat heb ik gedaan, tevergeefs. Het geld heb ik wel terug gekregen’, vertelt Marton Tompos (24) uit Budapest. Volgende week beginnen de colleges van zijn master Asian Studies. Een van zijn beste vrienden, die ook in Leiden studeert, vond wel een kamer. ‘Terwijl hij die vijfhonderd euro pas later betaald heeft dan ik. Maar goed, ik mag voorlopig wel op zijn kamer bivakkeren. Ik slaap al negen nachten in een slaapzak op de vloer. Ik begin mijn rug wel te voelen.’Toch heeft Marton het hier naar zijn zin. ‘Leiden is een prachtige stad. Niet groot, maar ook weer niet écht klein. Er is genoeg te beleven en iedereen is heel aardig. Zelfs de buschauffeur verwacht dat je hem groet. Dat is in Hongarije wel anders. En vanuit hier kun je prima naar de rest van West-Europa reizen. Ik ben in ieder geval van plan Ierland en Schotland te bezoeken het komende jaar.’ Nadelen heeft de stad ook. ‘Ik vind dat het hier dus bizar lastig is om een woning te vinden en ik mis de winkels die 24 uur per dag geopend zijn. En de bierprijzen, daar moet ik ook aan wennen. In Budapest betaal je omgerekend een euro voor een pint.’In Hongarije deed hij aan de verdedigingssport krav maga. Nu overweegt hij te gaan kickboksen bij het Universitair Sportcentrum. ‘Of tafeltennissen. Dat is in Budapest heel populair. Veel cafés hebben tafeltennistafels, zoals je hier kunt poolen of tafelvoetballen.’ Na afloop van zijn studie wil hij in elk geval niet naar Azië. ‘Ik wil in Europa blijven, maar ik weet nog niet precies waar en wat ik wil doen. Misschien een adviseursfunctie in Brussel. Dat lijkt me een goed idee voor de start van het echte grotemensenleven.’

Thijs van Moorselaar (19)

Studie: culturele Antropologie en ontwikkelingssociologie

Uit: Alphen aan den Rijn

‘Mijn medestudenten zijn gelukkig niet van die zwevende geitenwollensokkentypes’, zegt Thijs van Moorselaar (19) opgelucht vast na het introductiecollege. ‘We hebben net een opdrachtenspeurtocht gedaan. Ik denk dat we wel een hechte groep gaan vormen.’ De kleinschaligheid van de studie trekt hem aan. ‘Het is lang niet zo massaal als bijvoorbeeld rechten. Volgens mij zitten daar te veel mensen die eigenlijk niet weten wat ze willen.’ Tijdens een tussenjaar na de middelbare school koos hij voor antropologie. ‘Zelf wist ik dus eigenlijk ook niet wat ik moest doen, maar rechten vond ik niet echt een optie. Ik heb het afgelopen jaar trouwens niet alléén daarover nagedacht hoor. Ik ben ook vier maanden skileraar geweest in Oostenrijk. En ik heb vrijwilligerswerk gedaan in een weeshuis in Peru.’Voorlopig woont Thijs nog bij zijn ouders en twee broertjes, in Alphen aan den Rijn. ‘Over een half jaar hoop ik via via een kamer te vinden. Maar als ik nu naar een hospiteeravond zou gaan en daar een kamer voor de neus van Maastrichtenaren of Groningers zou wegkapen, zou ik me bezwaard voelen. Thuis moet ik weliswaar wat klusjes doen, maar verder heb ik het daar echt ziek chill.’ Ook bij zijn hockeyclub in Alphen aan den Rijn wil hij voorlopig niet stoppen. ‘Maar in Leiden hoop ik mijn vriendenkring ook vlot voldoende uit te breiden, zodat ik niet die vervelende gast word die altijd blijft slapen na feestjes.’ Het plan is om zijn propedeuse keurig in één jaar te halen. ‘Tja, wie streeft daar tegenwoordig niet naar? Alhoewel, ik heb me eigenlijk niet enorm verdiept in de langstudeerdersboete en andere politieke kwesties. Eigenlijk vind ik twee uitloopjaren bij een vierjarige studie heel schappelijk.’ Voor commissiewerk bij zijn vereniging Quintus denkt hij daarom wel tijd te hebben. ‘En het Draegersgilde, een groep Quinten die kisten op uitvaarten draagt, dat lijkt me ook wel wat. Het is een hele eer om daarvoor gevraagd te worden. En een relaxed bijbaantje natuurlijk. Nu ik terug ben uit Zuid-Amerika heb ik namelijk heftig een baan nodig.’