Nieuws
Prestatieafspraken toch niet grondwettelijk
De welles-nietesdiscussie over grondwettelijkheid van de prestatieafspraken in het hoger onderwijs duurt voort.
woensdag 18 april 2012

Staatssecretaris Zijlstra wil dat het budget dat onderwijsinstellingen ontvangen deels afhangt van studiesucces en de hoeveelheid contacturen. Volgens hem is de vrijheid van onderwijs, zoals opgenomen in artikel 23, daarmee niet in het geding. 'De opvatting dat er voor de voorwaarden voor de prestatieafspraken geen wettelijke basis zou zijn, deel ik niet', schreef Zijlstra vorige week in een reactie op Kamervragen van de SP, GroenLinks en de SGP. 'Evenmin deel ik de suggestie dat er sprake zou zijn van schimmigheid van kwaliteitseisen.'

De Tilburgse hoogleraar onderwijsrecht Paul Zoontjens betwijfelt dat, zei hij onlangs tegen het Hoger Onderwijs Persbureau. In de wet is namelijk vastgelegd aan welke objectief vast te stellen 'deugdelijkheidseisen' instellingen moeten voldoen. Volgens Zoontjens is het niet aan de staatssecretaris zelf om te bepalen welk onderwijs deugdelijk is, zeker niet aangezien hij eigenlijk toch niet zulke heldere criteria hanteert om instellingen met elkaar te vergelijken.

Hij adviseert Zijlstra dan ook de criteria eerst uit te werken tot een wetsvoorstel. Anders kunnen onderwijsinstellingen de maatregel aanvechten, wanneer deze door de ministerraad wordt goedgekeurd. In dat geval kan de rechter de maatregel vernietigen. Zijlstra liet in zijn brief ook weten 'de nodige consequenties' te trekken als de Raad van State oordeelt dat de wettelijke grondslag toch ontoereikend is. MvW