Achtergrond
Voor de tocht wijkt alles
‘De voorbereiding voor het seizoen begint in november’, zegt Theo van Berkel (65). ‘Dan ga ik skiën in Colorado om weer wat spieren in de benen te krijgen.’ Elk jaar traint de emeritus hoogleraar biochemie voor de Elfstedentocht. ‘Op de indoorbaan is mijn gebruikelijke training honderd rondjes in honderd minuten: dan heb je zo weer veertig kilometer in de benen. Maar nu is de koorts echt toegeslagen. Ik kijk tien keer per dag naar de weerberichten en ijsdiktes.’
Constanteyn Roelofs
woensdag 8 februari 2012
Paul de Kruijff: ‘De langste afstand die ik tot nu toe op één dag heb geschaatst is 60 kilometer.’ © Marc de Haan

Het Elfstedenvirus sloeg bij hem toe in de verschrikkelijke winter van 1963, toen de kranten vol stonden over de zwaarste Elfstedentocht ooit. ‘Er lag ijs van december tot maart. Hoe koud het ook was, ik stond elke dag op het ijs, ook met min twintig. Dan leer je écht schaatsen.’

Hij heeft de Tocht der Tochten al drie keer uitgereden. ‘Boven de 30 kilometer gebeuren er andere dingen in je lichaam. Je verbranding wordt anders, je stofwisseling schakelt over in een andere versnelling. Als je dan eenmaal in een goed ritme zit kun je de hele dag gaan. Mits je goed blijft eten natuurlijk: zelfs de mooiste Mercedes moet tanken.’

De eerste keer, in 1985 was het moeilijkst, zegt Van Berkel. ‘Toen dooide het al flink, dus vanaf de start lag er al ijs op het water. Dat schaatst niet lekker. Bij Bartlehiem ben ik door het ijs gezakt en heb de rest van de tocht met een natte broek moeten schaatsen.’ Met bijna bevroren benen kwam hij aan op de Bonkevaart.

De tweede keer, in 1986, ging beter. De race viel laat in het seizoen, waardoor de voorbereiding optimaal was. ‘Het ijs lag er ook veel beter bij.’ De derde keer, in 1997 was extra bijzonder omdat zijn zoon ook meereed. ‘Duursporten is denk ik iets genetisch. Mijn zoon loopt ook ultramarathons van tweehonderd kilometer.’

Alleen werd het toch nog spannend. ‘Bij de invallende duisternis had hij zijn gezichtsbescherming afgedaan. Toen hebben we medische hulp moeten zoeken, want zijn ogen begonnen te bevriezen.’

Een voorzichtige vraag of de tocht nog wel te doen is op zijn leeftijd wuift Van Berkel laconiek terzijde: ‘Ik ben nu uitstekend voorbereid. De vorige keer heeft er ook iemand van 74 de tocht volbracht: vraag het over vijftien jaar nog maar eens!’

Bovendien is het materiaal verbeterd sinds de eerste keer. ‘We schaatsen nu met geavanceerd thermo-ondergoed. Die klapschaatsen van nu met een harde schoen en afneembare ijzers zijn beter voor de enkels en maken het klunen een stuk makkelijker.’

Een ding is niet veranderd, weet hij: de traditionele zeemleren lap (met de haren naar binnen!) die sinds mensenheugenis de edele delen beschermd tegen kou en schuurplekken.

Ook tweedejaars geneeskundestudent Paul de Kruijff (20) wacht op een paar dagen flinke vorst. Hij behoort tot de gelukkigen die is ingeloot.

‘Het kruisje draag ik sowieso op aan mijn grootouders. Zij hebben me op mijn achttiende verjaardag het lidmaatschap van de Elfstedenvereniging cadeau gedaan.’

Weet hij wel waar hij aan begint? ‘De langste afstand die ik tot nu toe op één dag heb geschaatst is 60 kilometer, door twee toertochten achter elkaar te schaatsen. Dat was prima te doen. Ik sta nu bijna elke dag op het ijs, kilometers maken.’

Alles wijkt voor de tocht, ook de studie. ‘Die mag wel even een weekje wachten. Dat haal ik allemaal later wel in. Dit is een unieke kans.’

Ook hij volgt het nieuws op de voet. ‘Ik kijk alle kranten in en check de hele dag op internet de laatste weerberichten.’ En of het doorgaat? Daarover waren de rayonhoofden nog aan het vergaderen toen deze krant werd gedrukt

De Kruijff: ‘Het gaat mij vooral om het genieten. Voor deze week staat er, Elfstedentocht of niet, ook weer een mooie toertocht op het programma.’