Studentenleven
'Wat is dat rare geluid toch?'
Marleen van Wesel
woensdag 23 november 2011
© Taco van der Eb

 tussen de mistflarden boven het meer in de Leidse Hout. Aan de overkant van het meer doemen drie witte maskers op uit de duisternis. Hier en daar klinkt gegil.

Het is donderdagavond  en Itiwana, de studievereniging van culturele antropologie en ontwikkelingssociologie speelt Lost in the woods. ‘Dat spel hebben we zelf bedacht’, vertelt Irène Leibbrand (19), de assessor activiteiten. ‘Het is een speurtocht door een donker bos, met spannende effecten.’

Matthijs van den Berg (21), penningmeester van de activiteitencommissie, vult aan: ‘Door het bos verspreid hangen opdrachten. Voor elke goed uitgevoerde opdracht krijgen de deelnemers een letter. Alle letters vormen uiteindelijk een woord dat met onze studie te maken heeft.’ Buiten dat woord bevat het spel niet echt antropologische elementen. ‘Het moet toegankelijk blijven voor alle leden. De eerstejaars moeten het ook snappen’, vindt Leibbrand.

Terwijl Leibbrand en Van den Berg op de centrale post de opdrachten keuren, sluipen groepjes deelnemers door het bos. ‘Wat is dat rare geluid toch?’ vraagt deelnemer Sofia (18) zich vertwijfeld af, terwijl ze in een boom klautert.

Dat is de opdracht: klim met je hele groepje in dezelfde boom. Ze doelt op gebrul, dieper in de Leidse Hout. Haar groepsgenoten Maarten (21), Pepijn (21) en Judith (18) halen hun schouders op, terwijl ze elkaar de boom in helpen. Maarten en Pepijn hebben voorafgaand aan het spel een horrorfilm gekeken, om in de stemming te komen. ‘Maar echt eng is het hier niet.’

Maar wanneer enkele ogenblikken later gemaskerde commissieleden uit de bosjes springen, gilt het hele groepje het uit. De klimpartij levert hen de letter I op.

Bij de volgende boom wacht een nieuwe opdracht. Alle groepsleden moeten minimaal één kledingstuk wisselen met een ander groepslid. Dat het nog net niet vriest, weerhoudt een groepje meiden er niet van om zich giechelend in elkaars bh’s te wurmen. Maarten, Pepijn, Judith en Sofia zijn efficiënter en wisselen snel handschoenen en jassen uit. Ze worden beloond met de letter R.

De volgende opdracht is een vraag. Uit hoeveel procent zand bestaat de Sahara? A. 20; B. 40; C. 70 of D. 90? ‘Een instinker’, denkt Judith. Ze bellen de centrale post om te gokken op veertig procent. Het blijkt nog een grotere instinker te zijn, want twintig procent is het juiste antwoord. Geen letter dus. ‘Toch leuk om te weten’, vindt Maarten.

Met slechts de I, de R, de E en de O moeten ze uiteindelijk het woord raden. ‘Als we maar niet de hele avond door het bos gesjouwd hebben voor het woord antropologie’, klagen een paar deelnemers met ijskoude voeten.

Dat is niet het geval. Het groepje van Maarten, Pepijn, Judith en Sofia gokt op ‘reciprociteit’ en wint daarmee het spel. De overwinning wordt gevierd met een olifantendans (zie foto). Weer klinkt er gebrul, nu dichterbij. Een groep schimmen draaft voorbij. ‘Wat ís dat toch?’ vragen de deelnemers zich nog altijd af. Maarten heeft inmiddels een vermoeden. ‘Volgens mij zijn het gewoon Minervanen die vanavond ontgroend worden.’