Studentenleven
Nog te veel langs elkaar heen
Meer samenwerking tussen de faculteiten en meer studenten naar de stembus. Maak kennis met Jasmijn Mioch, de nieuwe universiteitsraadsvoorzitter. Tevens vergadertijger en thrillerrecensent.
Thomas Blondeau
woensdag 5 oktober 2011
Jasmijn Mioch: ‘Vertrouwen is goed tot er een conflict ontstaat.’ © Marc de Haan

Op de vensterbank van haar werkkamer in het bestuursgebouw staat een welkomstboeketje bloemen. Van de rector. Die houdt kantoor een verdieping onder Jasmijn Mioch (25), de kersverse universiteitsraadsvoorzitter. Kan ze zo maar bij hem binnenwandelen met een vraagje? ‘Ik heb een keer in de twee weken overleg met hem. En een vraag kan ik altijd neerleggen bij het secretariaat.’ Vousvoyeert ze hem? ‘Ja, natuurlijk.’

Binnenkort studeert Mioch af op haar tweede master. Journalistiek deze keer, daarvoor haalde ze al de mastertitel politicologie binnen. Afgelopen twee jaar zetelde ze in de raad als fractievoorzitter van studentenpartij Bewust en Progressief (BeP). Stopt u wel eens de stekker van uw laptop in die handige extra stopcontacten in het Lipsius? Het is een van de verwezenlijkingen van Mioch en de haren. Evenals het behouden van Latijn op de bul. Twee van de meer zichtbare dossiers want ook meer abstracte thema’s zoals personeelsbeleid of infrastructurele vraagstukken kwamen op haar vergadertafel terecht.

Een plek die ze komende tijd wel vaker zal zien. Universiteitsraadsvoorzitter ben je drie dagen in de week, maar volgende week heeft ze negen vergaderingen in haar agenda staan. Zal haar getrainde zitvlees haar voorzitterstijl beïnvloeden?

‘Ach, ik heb niets tegen retorische hoogstandjes. Die heb ik vaak genoeg voorbij horen komen. Maar aan het eind van de vergadering moet er wel iets op tafel liggen.’

Het is vijftien jaar geleden dat een vrouw deze functie bekleedde. Mioch heeft het getal meteen paraat omdat ze zich verdiept heeft in de raad naar aanleiding van het veertigjarig bestaan. ‘Dat wordt in november gevierd met de oud-leden.’ De eerste raad stamt dus uit 1971. Een meer geëngageerde tijd waarin de raad nog moties aannam over het lot van burgers in Zuid-Amerika. Misschien wat hoogdravend of naïef, maar mist Mioch die bevlogenheid nu niet wat? De raadsverkiezingen weten slechts een vijfde van de stemgerechtigden naar de bus te trekken. ‘Ik weet niet of het betere tijden waren. Buitenlandse staatszaken liggen nou niet echt in het verlengde van een universitair medezeggingsorgaan.’

En aan die opkomstcijfers gaat Mioch wat doen. Zo wordt een debattenreeks op studentenverenigingen georganiseerd rond thema’s waar de medezeggenschap van belang is. Ook wil ze de samenwerking met de faculteiten versterken. ‘Soms gebeurt er te veel langs elkaar heen. En het is van belang dat ook de faculteitsraad onafhankelijk kan functioneren. Vertrouwelijk overleg is prima maar als ik hoor dat de raadsleden van de faculteit Archeologie altijd op de kamer van de decaan vergaderen, dan denk ik tja… Vertrouwen is goed tot er een conflict ontstaat.’

Zou de getaande belangstelling voor de universitaire politiek te maken hebben met de slagkracht van de raad? Hoe veel kan die eigenlijk zelf bepalen tussen de bezuinigingsoekazes van Den Haag en de dictaten van het college van bestuur? Ze pareert met een concreet voorbeeld: ‘Het is de bedoeling dat de faculteit Archeologie onderdeel wordt van Sociale Wetenschappen. Als de raad garanties wil hebben over opslagruimte voor archeologische materialen en die ontbreken, dan gaat de fusie niet door.’

Naast bestuur zijn het de kunsten die Mioch intrigeren. Zo recenseert ze nog steeds thrillers voor haar voormalige stageplek Vrij Nederland. De twijfelachtige toekomst van het LAKtheater gaat haar dan ook aan het hart. ‘Ik was lid van de adviesraad van het theater. Het is heel spijtig, maar een universiteit moet zich tegenwoordig toeleggen op onderzoek en onderwijs. Ik ben blij dat de gemeente nu te hulp is geschoten maar het blijft afwachten.’