Columns & opinie
Opgeblazen door uitzichtloosheid
De Zwarte Weduwen in Tsjetsjenië plegen hun aanslagen niet zozeer uit religieuze motieven, aldus twee studenten. ‘Als ze zich opblies, kreeg haar familie 1000 euro en was haar eer gered.’
Harmke Berghuis
woensdag 21 september 2011

Nog voor Annette Scholten (17) en Sofja Goldstein (17) zich hadden ingeschreven als rechtenstudenten in Leiden, wisten ze al dat we werden geciteerd in een wetenschappelijk werk. Samen maakten ze een profielwerkstuk over de zogeheten Zwarte Weduwen uit Tsjetsjenië, vrouwelijke zelfmoordterroristen. Scholten: ‘Het zijn vrouwen die in de oorlog hun echtgenoot hebben verloren en geen vooruitzicht meer hebben op een zelfstandig leven.’

Het leverde ze de KNAW Onderwijsprijs op, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt aan de beste vwo-profielwerkstukken. Ook wonnen ze de Jan Kijne onderzoeksprijs van het Pre University College Leiden waar ze het profielwerkstuk schreven. En hun begeleider, de Leidse terrorisme-expert Beatrice de Graaf gaat er nu dus uit citeren.

Hun werkstuk gaat over drie Tsjetsjeense rebellen. Roza Nagayeva was betrokken bij de gijzeling van een school in Beslan in 2004, haar zus Amnat blies zich op in een vliegtuig. Zarema Muzhakhoyeva zag op het laatste moment af van een aanslag in een hoofdstraat in Moskou en werd opgepakt. De aanslagen spelen zich af tegen de achtergrond van jihadistisch verzet tegen de Russische regering.

‘De drie onderzochte vrouwen waren maatschappelijk geïsoleerd, gescheiden van hun man’, vertelt Goldstein. ‘Of, zoals bij Zarema, de man was vermoord. Zarema mocht haar kind niet meer zien.’ Deze uitgesloten positie droeg bij aan de radicalisering van de vrouwen. ‘Ze zochten een groep om bij te horen.’

De twee onderzochten welke fasen de vrouwen doorliepen voor ze de aanslagen pleegden. Informatie hierover kwam uit verschillende internationale kranten die over de aanslagen schreven. Dat Goldstein Russisch spreekt, hielp daarbij. ‘Ik kon de Russische kranten lezen en zo kwamen we aan informatie die soms niet in westerse kranten stond.’ Interviews van journalisten en onderzoekers met familieleden van de daders leidden tot een redelijk nauwkeurig beeld. ‘Bovendien leefde Zarema nog en is zij door journalisten geïnterviewd.’

De islam, de heersende religie in Tsjetsjenië en de basis van het verzet tegen de Russen, speelde bij de drie vrouwen een veel kleinere rol dan verwacht. Scholten: ‘Het blijkt meer een rechtvaardiging achteraf te zijn. Het ideologische motief van de jihad uitvoeren, daar konden wij maar moeilijk iets over vinden. Uit interviews blijkt ook dat familieleden daarvan niks hebben gemerkt.

Toch zijn er nog veel hiaten. ‘We weten bijvoorbeeld niet hoe Roza en Amnat gerekruteerd zijn,’ zegt Goldstein. ‘Zarema vertelt in interviews dat ze schulden had bij haar familie. Als ze zich opblies, zou haar familie 1000 euro krijgen, en was haar eer gered.’ Bij de zussen Nagayeva werd hun broer tijdens de oorlog door de Russen vermoord, een motief dat bijdroeg aan hun haat voor de Russen. Daarbij waren ze allebei gescheiden van hun man, waardoor ze als minderwaardig werden gezien. Scholten: ‘Allerlei factoren, zoals armoede en het uitgestoten worden door de familie, hebben ertoe bijgedragen dat de vrouwen hun aanslag uitvoerden. Het is een nogal schrijnende conclusie, maar de radicalisering van de drie Zwarte Weduwen was vooral een actie uit wanhoop, door de uitzichtloosheid van hun bestaan.’