Achtergrond
De guitige geschiedenis
‘Het brood is op! Het rundsvlees is op!’ schreeuwt een tanige, rosse man. Een al even boze vrouw valt hem bij: ‘We eten druivenbladeren, klaargemaakt met zout en stijfsel!’ ‘Wie heeft dat eigenlijk bedacht?!’ tiert een oudere man wiens strohoed op het hoofd wordt gehouden door een houten lepel. Verderop probeert een andere Leidenaar zijn huilende zoontje te sussen. Reden van dat verdriet: ze hebben eerst de hond, dan het konijn en de kat en ten slotte de duiven en hamsters moeten slachten. En tot overmaat van ramp is nu zijn kinderboerderij failliet.
Thomas Blondeau
woensdag 21 september 2011
© Luc Morjaeu

Het is september 1574 en de Leidse bevolking heeft door de Spaanse bezetting nauwelijks nog te eten. Als burgemeester Van der Werff zijn lichaam aanbiedt, vraagt de burgerij zich af of hij wel in bad is geweest.

Tijdens het beleg stierf een derde van de 18.000 zielen tellende bevolking. Maar nu dat lang genoeg geleden is, mag er ook gelachen worden. Sinds vorige week woensdag gaan gag en geschiedenis samen: toen werd het Suske en Wiske-album Het lijdende Leiden gepresenteerd. Door een toverformule komen de populaire Vlaamse striphelden in het bezette Leiden terecht. Niet als zichzelf maar als historische personages. Zo figureert Lambik als Valdez, de leider van de Spanjaarden, en Suske stelt zichzelf voor als Francis, een uitgemergeld Leids straatjongetje.

Dat het 314e album een Leidse saga moest worden, bedacht Thijs Hemmes, voormalig voorzitter van de Lustrumcommissie van de 3 October Vereeniging, verantwoordelijk voor de jaarlijkse viering en herdenking. Dit jaar wordt het 125-jarige bestaan gevierd. ‘Ik liep in de Efteling en zag dat er een Suske en Wiske zich daar afspeelde (De Efteling-elfjes, red.). Die werd buitengewoon goed verkocht. “Waarom niet eens in Leiden?” dacht ik. Ons verhaal is veel mooier.’

De speciale Leidse editie met acht extra pagina’s aan historische informatie verscheen op een oplage van 22.000 exemplaren en was een dag later uitverkocht. ‘We hadden er twee keer zo veel kunnen verkopen’, zegt Tom Wilequet, kleinzoon van Willy Vandersteen (1913 – 1999), de geestelijk vader van Suske en Wiske. Wilequet coördineert het werk van het tiental personen dat een album bedenkt, tekent en inkleurt. ‘Nederlanders reageren altijd enthousiaster op een nieuw verhaal dan de nuchtere Vlamingen. Ze zijn gewoonweg grotere fans’, aldus scenarist Peter Van Gucht. Samen met tekenaar Luc Morjaeu trad hij zes jaar geleden in de voetsporen van Vandersteen.

En die nam flinke stappen. De Vlaamse Disney zoals hij wel eens werd genoemd, startte tal van stripreeksen, had een flinke ploeg aan werknemers en zag zijn werk opleven in tekenfilms, poppenkastseries en films. Het is de Vlaamse variant van de tycoon: artistiek aangelegde jongen uit een arme volksbuurt werkt zich dankzij stalen arbeidsethos en commerciële inventiviteit tot vaderlands icoon. In de gemeente Kalmthout waar de studio gevestigd is, heb je een Willy Vandersteenplein en het station wordt bevolkt met zijn uitsneden van zijn personages.

Tegenwoordig doet de droomfabriek wat rustiger aan. De tijden dat verschillende werknemers over lessenaars gebogen doorstoomden op koffie, inkt en verf -soms een album per week - zijn voorbij. Iedereen werkt nu thuis en komt een keer per week vergaderen op het terrein waar nu een museum is gevestigd. Het museum wordt gerenoveerd maar een replica van Vandersteens tekenkamer is nog onaangeroerd. Hé, is dat niet de telefoon uit De briesende bruid? En de Spaanse soldatenhelm, die kennen we uit De zingende kaars?

'Wiske zal nooit coke snuiven'

In het vergaderzaaltje biedt een porseleinen Jerom (Supergeus Jeroen in de Leidse editie) chocolaatjes aan. De bekende rode banden vullen de muren. Plastic hoofden staan gespietst op de vensterbank. ‘De poppen uit de poppenkastserie’, legt Wilequet uit. ‘Die serie vormde echt de doorbraak in Nederland. Iedereen kent daar nog de begintune: Sus-ke en Wis-ke en Tan-te Si-do-nia... Ah, hier alvast een primeur voor je: Studio Vandersteen is toe aan een nieuwe koffiekan.’ De zilverkleurige kan lekt op het witte tafelblad. Kindvriendelijke grappen vliegen heen en weer tussen de scenarist en de kleinzoon. Een charmante vorm van beroepsmisvorming.

Over de absolute topjaren van de serie, zegt Van Gucht: ‘Je had niks anders. Geen internet en op de Vlaamse tv werden schilderijen besproken.’ ‘Kinderen, komt snel een Alechinsky op de buis!’ vult Wilequet aan.

Het blonde eierkopje en de jongen met het zwarte kuifje beleven al meer dan zestig jaar avonturen samen. Daarmee zijn ze de helden van de langstlopende Vlaamse strip. Die de laatste jaren zich vaak afspeelt in een Nederlandse setting. Sla er de titels De elfstedenstunt, Verraad op de Veluwe of De fleurige Floriade maar op na.

Gisteren werd de reguliere oplage van 260.000 stripboeken gelanceerd. Volgens Hemmes bereiken de boeken in een aantal jaar vijf miljoen lezers. En dat kan tellen als stadspromotie. Hangt daar een prijskaartje aan?

‘Nee’, zegt Hemmes. ‘Wel koop je die speciale edities natuurlijk in.’ Mocht de Leidse delegatie zich ook tegen het scenario aan bemoeien? ‘We hebben het script onder embargo gekregen met het verzoek de dichterlijke vrijheid te respecteren. In het laatste plaatje zie je de huidige 3 oktoberviering. Daar zie je haringen die worden gerookt. Niet helemaal accuraat maar die Vlaamse wending hebben we niet gecorrigeerd.’ Als de scenarist er op gewezen wordt: ‘Tiens, dat moet van de decortekenaar komen. Ik weet dat het maatjes horen te zijn.’

Van Gucht werd van informatie voorzien door Rens Heruer, archivaris van de vereniging. ‘We hebben hen uitgelegd wat er allemaal is gebeurd tijdens het beleg en het ontzet. Toen ze besloten de strip te maken, hebben ze om allerlei materiaal gevraagd. Plaatsnamen, afbeeldingen, hoe zo’n Spaanse soldaat er bij ons uitzag… Toen hebben ze ons een synopsis gestuurd. Daarvan was de boodschap: “Zeg het ons als er heel idiote fouten in staan en – ik parafraseer even – hou voor de rest je mond.” Volgens mij is dat ook hun bedrijfspolitiek. Dit waarschijnlijk om te voorkomen dat er volgende week allemaal gemeentes bij hen aan de lijn hangen. Ik zelf ben niet de grootste Suske en Wiske-fanaat maar ze hebben er een erg leuk verhaal van gemaakt. De dochter van Willy Vandersteen wist me overigens te vertellen dat haar vader altijd veel interesse in deze periode heeft gehad.’

Nee, een verkenningsronde ter inspiratie hebben de makers niet gedaan. ‘Tot onze schande’, bekennen ze. Maar veel tijd hebben ze ook niet te verliezen, er verschijnen nog steeds 4 à 5 albums per jaar. Hoe verhinder je na honderden albums dat je in herhaling valt? ‘Er is geen dossier of zo per personage. Ik vertrouw op mijn geheugen. En ja, soms moet je opletten dat je niet weer een verhaal begint met een groot monster dat iedereen bedreigt.’

Vandersteen liet per testament vast te stellen dat zijn helden ver moesten blijven van seks, drugs en rock-‘n-roll. Wilequet: ‘Wiske zal nooit coke snuiven.’ En de sluimerende verliefdheid tussen Lambik en Sidonia  mag nooit tot bloei komen. Maar in Het lijdende Leiden wordt door middel van een bonkende tent het een en ander gesuggereerd. En op het eind trouwen ze. Mag dat wel? ‘Nee nee, ze trouwen niet’, zegt Van Gucht vastberaden. ‘Dat mag ook niet. Al moet ik zeggen dat ik die beruchte regels nooit gelezen heb. De historische personages Valdez en Magdalena Moons trouwen. Het is een droom, een illusie. Vervolgens worden ze wakker en is het van… bleaaaaah.’

Willy Vandersteen, Suske en Wiske, Het lijdende Leiden (Scenario: Peter van Gucht Tekeningen: Luc Morjaeu), Standaard Uitgeverij, € 5,95